Eén van de grootste uitdagingen op een melkveebedrijf is om koeien goed door de transitieperiode heen te krijgen, zodat ze probleemloos aan de volgende lactatie (kunnen) beginnen.
Een kwetsbare periode in het leven van een melkkoe is die rondom het afkalven. Er vinden namelijk grote veranderingen plaats waaronder de geboorte van het kalf, het op gang komen van de melkproductie en rantsoenwisselingen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zich in deze transitieperiode zich problemen kunnen voordoen.
Direct na het afkalven is het van essentieel belang melkkoeien zo snel mogelijk weer aan het vreten te krijgen. Zodoende krijgt de koe weer energie, vitamines en mineralen binnen die juist ook na afkalven essentieel zijn.
Een melkkoe is als een topsporter en het komt, naast een goed uitgebalanceerd rantsoen, aan op de laatste details. Hierdoor kunnen belangrijke risico’s als melkziekte, slepende melkziekte, uierontsteking en klauwen onder controle worden gehouden. Als een koe na één lactatie al uitvalt, dan zijn de opfokkosten nog niet terugverdiend. Het lang in productie houden van melkkoeien is daarom erg belangrijk voor het bedrijfsrendement.